Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En al verstaken zij zich op de hoogte van [13]Karmel, zo zal Ik ze naspeuren en van daar [14]halen; en al verborgen zij zich [15]van voor Mijn ogen in den grond van de zee, zo zal Ik van daar een slang [16]gebieden, die zal ze bijten. 13. Zie 2 Kon.19:23. Hebr. hoofd van Karmel. 14. Hebr. nemen. Zie Jer.37:17. 15. Menende dat Ik hen daar niet zou kunnen zien en vinden. 16. Dat is, door mijne regering beschikken, dat zij [als op een bijzonder bevel] zulks doe; zie Lev.25:21, en verg. 2 Kon.18:25, met de aantekening, alzo in het volgende van het zwaard, vs.4, en het roepen der wateren, vs.6.